Meer zelfvertrouwen: de kracht van ‘nog niet’

Stel jouw zoon of dochter eens voor als volwassene. Wat zie je, of beter gezegd, wie zie je?

Een kalme persoonlijkheid waarbij mensen tot rust komen. Een vastberaden karakter met leiderschapskwaliteiten . Of een bevlogen type wat mensen enthousiast weet te krijgen?

Wat je antwoord ook is, de kans is groot dat je in ieder geval hoopt dat je kind later zelfbewust en zelfverzekerd in het leven staat. Niemand hoopt tenslotte dat zijn kind gebukt zal gaan onder onzekerheid en twijfels.

Zelfvertrouwen is een belangrijke eigenschap.

Het gaat hand in hand met zelfrespect. Geloven in jezelf, durven opkomen voor jezelf. Een gebrek aan zelfvertrouwen leidt tot onzekerheid.

Alleen het lastige aan onzekerheid is dat we het niet altijd als zodanig herkennen. Faalangst of extreme verlegenheid zijn duidelijke gevallen. Maar een kind dat snel opgeeft als iets niet lukt is ook vaak onzeker. En een kort lontje kan evengoed het gevolg zijn van een gebrek aan zelfvertrouwen.

Hoe herken je kinderen met voldoende zelfvertrouwen?

  • Ze denken positief over zichzelf en zijn niet te streng voor zichzelf
  • Ze zijn niet bang voor een uitdaging, durven nieuwe dingen te proberen
  • Ze durven verantwoordelijkheid te nemen en dingen zelf/ alleen te doen
  • Ze zijn niet bang om fouten te maken en opnieuw te beginnen
  • Ze hebben een positief zelfbeeld en durven voor zichzelf op te komen
  • Ze gaan beter om met frustraties of conflicten

Hoe je als ouder het zelfvertrouwen van je kind kunt laten groeien

Natuurlijk kun je van alles doen om het zelfvertrouwen van je kind te laten toenemen. En nee, je hoeft niet als een cheerleader op en neer te springen bij alles wat hij of zij doet, de pompons mogen in de kast blijven.

Laat liever, in de liefdestalen van je kind, weten dat je hem of haar waardeert. Geef je zoon of dochter de ruimte om zichzelf te zijn en laat het ‘ideaalbeeld’ in je hoofd los. Je kind constant dwingen te zijn zoals het plaatje in je hoofd creëert onzekerheid. Help je kind in plaats daarvan om een groei-instelling te ontwikkelen.

De kracht van ‘nog niet’.

In haar veelbekeken TEDTalk bespreekt psycholoog Carol Dweck de kracht van ‘nog niet’. Ze vertelt dat als je een groep kinderen, van een jaar of 10, een net iets te moeilijke opdracht geeft, de groep zich grofweg in tweeën deelt.

→ De eerste groep bekijkt de wereld vanuit een rigide perspectief. Je kunt iets of je kunt het niet en dit kunnen ze niet. Deze kinderen geven zelfs aan dat ze bij een volgende test eerder van hun buur zouden afkijken dan studeren.
→ De tweede groep heeft wat Dweck noemt een groei-instelling. Ze geloven dat ze zichzelf kunnen verbeteren. Ze denken niet in termen als ‘dit kan ik niet’, maar in zinnen als ‘dit kan ik nog niet’. Ze houden van een uitdaging.

Hersenonderzoek toont aan dat wanneer beide groepen worden geconfronteerd met een door henzelf gemaakte fout ze heel verschillend reageren.De eerste groep vertoont bijna geen hersenactiviteit, ze gaan de fout als het ware uit de weg. Maar bij de tweede groep, de groep met de groei-instelling, is er juist heel veel hersenactiviteit. Ze proberen actief de fout te doorgronden en er van te leren. Het is dan ook niet zo verbazingwekkend dat juist die tweede groep veel beter scoort als het bijvoorbeeld gaat om schoolresultaten.

Een groei-instelling gaat dus duidelijk samen met het geloof dat het ok is om fouten te maken. En die groei-instelling, die is natuurlijk niet alleen interessant als het gaat om school. Zo’n instelling is een geweldige fundering voor zelfvertrouwen!

Toepassen van ‘nog niet’

Geen zorgen, je hoeft echt niet vanaf nu elke dag net iets te moeilijk huiswerk te verzinnen voor je kinderen. Gelukkig niet. Maar wat je wel kunt doen is kinderen de ruimte geven om hun eigen keuzes te maken, verantwoordelijkheden te nemen en nieuwe dingen te laten proberen. Kinderen roepen soms maar al te snel “dat kan ik niet!”. En het gekke is, wij ouders bevestigen dat gevoel regelmatig. We zeggen dat ze nog te jong zijn voor dit, te klein voor dat, en dat ze x of y niet goed hebben gedaan. Dat is soms volkomen terecht. Je 6-jarige is inderdaad te jong om met je semi-professionele koksmes aan de slag te gaan en nee, je eigen haar knippen met een gekarteld knutselschaartje is geen goed idee.

Maar…

Er zijn ook genoeg momenten waarop we het meer uit automatisme zeggen of uit overbezorgdheid. Een concreet voorbeeld uit mijn eigen leven is de kledingkeuze van mijn dochter. In het verleden kwam het nog wel eens voor dat ik tegen haar zei: “Je kan dat niet aantrekken, je ziet eruit als een clown!” en haar de opdracht gaf om iets anders aan te trekken. Tot zij op een dag tegen mij zei: Als ik er als een clown bij wil lopen dan is dat mijn keuze mama.” En dat is natuurlijk ook zo. Constant de controle willen houden lijkt op het eerste gezicht een goede manier om je kroost te beschermen tegen de grote boze buitenwereld. Maar indirect ontneem je ze de kans om te leren en te groeien. We moeten onze kinderen soms de ruimte geven om hun eigen keuzes te maken, om dingen zelf te ontdekken. En ja, ook om fouten te maken.

Niet alleen omdat je van fouten maken leert. Maar omdat de vrijheid creëren om fouten te mogen maken een van de belangrijkste dingen is die je kunt doen voor het zelfvertrouwen van je kind.

Dat overdragen van de controle gaat natuurlijk heel geleidelijk. Stapje voor stapje, beetje bij beetje. Of zoals Maria Montessori (grondlegster van het Montessorionderwijs) het ooit zei: “Help mij het zelf te doen”.

Te beginnen met de kledingkeuze ;-)

Hoe help jij je kind (of je studenten) om meer zelfvertrouwen te krijgen?

 

Het vergroten van het zelfvertrouwen van jezelf en je kind is een van de thema’s in onze cursus ‘True Heart Connection’. Wil je meer informatie over deze cursus, kijk dan eens op deze pagina. Of schrijf je in voor onze nieuwsbrief, dan weet je altijd als eerste wanneer de eerstvolgende cursus gaat plaatsvinden!